Interview with Leo Van Broeck
Interview met Leo Van Broeck
Leo Van Broeck is ingenieur-architect met een sterke visie op duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Van 2016 tot 2020 was hij de vierde Vlaams Bouwmeester. Hij is medeoprichter van het architectenbureau Bogdan & Van Broeck en doceerde architectuur en stedenbouw aan de KU Leuven.

Leo Van Broeck / Rooftop ‘Albert’ in Brussel — Picture by Studio KATHAN
Neerzitten met Leo Van Broeck voor een gesprek over architectuur en duurzaamheid is als het uitzitten van een orkaan van ideeën. De man’s brein werkt gegarandeerd 50% sneller dan dat van de gewone mens en maakt zoveel treffende verbindingen en beeldende vergelijkingen dat dat van ons even moest bekomen. Maar eens te meer spreken zijn woorden tot de verbeelding, schudden ze wakker, inspireren ze, en doen ze stilletjes dromen van een wake-up call bij de massa. Maak kennis met alle archetypes in Leo.
Dan toch een optimist?
De Rebel
Dag Leo, hoe word je een geëngageerd Bouwmeester als ingenieur architect?
Leo — “Ik heb schoolgelopen aan het jezuïetencollege in Borgerhout. Dat was niet zo elitair als mensen denken, wij waren geen rijke mensen; mijn mama was poetsvrouw en mijn vader stierf toen ik 12 jaar was. De jezuïeten waren ook niet per se streng, wel ambitieus. Zo gingen wij bijvoorbeeld regelmatig naar het theater, naar klassieke muziekconcerten en op ons veertiende lazen wij la condition humaine. Ook engagement was een van de eerste dingen die we daar mee kregen; in de vakanties gingen we werken voor goede doelen of hielpen we mee op een werf voor een instelling.”
Is daar naast je engagement, ook je liefde voor architectuur ontsproten?
Leo — “Ik tekende graag, deed graag wiskunde en ik wou iets doen voor de wereld, dus kwam ik al snel uit bij de zeldzame kruisbestuiving van humane wetenschappen en positieve wetenschappen met een artistiek component. Voor mij is het beroep van ingenieur architect zoiets als waterdichte betaalbare poëzie maken.
Om slechte ontwerpopdrachten te kunnen weigeren ben ik part time stabiliteitsingenieur geworden bij een bureau in Limburg en parallel als architect op mezelf in Leuven. In het begin start je klein en de eerste 10 jaar kan je geen stagiaires aannemen, dus starten was lastig.”
“Begrijpen waarom klanten iets vragen, vervolgens speelruimte krijgen en alles goed verantwoorden is belangrijk, maar dat duurt een aantal jaren voor je dat kan.”
Heb je al van in het begin je eigen accenten kunnen leggen of is dat iets dat gegroeid is?
Leo — “Mijn eerste opdracht was voor een verre oom die een bouwaanvraag wou indienen ontworpen door een sleutel-op-de-deur firma. Hij vroeg of ik als architect gewoon mijn handtekening wou zetten en bood me er 60 000 frank voor. Dat was toen 3-4 maandlonen. Ik vertelde hem dat ik geen plannen wilde ondertekenen die niet van mij waren, zeker niet als het ging om een fermette. In ruil wou ik voor die 60 000 frank gerust een nieuw hedendaags ontwerp maken, maar dat wilde hij niet. Dus heb ik die handtekening geweigerd en hem gezegd iemand anders te zoeken. Heel de familie was razend: “je gaat nooit ergens geraken”.”
Dus toch een rebel van bij het begin.
Leo — “Ik heb altijd geluisterd naar mijn opdrachtgevers maar heb ze nooit gehoorzaamd. Ik wilde altijd weten waarom een klant iets vroeg. Zo wilden klanten ooit in een Art Deco huis met rechthoekige rechthoekige vormen, een ronde boog tussen salon en eetkamer. Dat paste dat daar niet. Maar in plaats van hen tegen te spreken vroeg ik waarom? Ze hadden bij hun familie gezien hoe een te lange living door een boog in twee werd gedeeld. Het was hen te doen om een verdeling van de ruimte, en dat moest niet per se met een boog. Zo zijn we samen tot een oplossing gekomen die wél bij de architectuur aansloot, en kreeg iedereen wat hij wilde.”
De Filosoof
Na je studies architectuur koos je voor een extra studie filosofie.
Leo — “Tijdens mijn burgerdienst volgde ik een Baccalaureaat, een soort MaNaMa, Wetenschapsfilosofie.”
Ik zie veel terugkomen uit die studie in je latere discours, zoals dualisme, en begrippen als ruimtelijk besef en ruimtelijke footprint.
Leo — “Die studie was voor mij een echte Aha-erlebnis. Hoe komt het dat wij ons als mens zo misdragen tegenover onze echte schepper, de natuur? Wij zijn onze moeder aan het verkavelen. Door te denken dat materie niets kan zonder ‘geest’ of ‘ziel’, ontstaat dualisme. We scheiden lichaam en ziel, aarde en hemel, materie en geest. Al het zogezegd waardevolle is elders, is onzichtbaar en het bestaan ervan is niet bewezen. Materialist wordt een scheldwoord. De aarde een investeringsproduct, het lichaam een biefstuk en materie wordt een zakje knikkers die rond elkaar cirkelen.
Wat wij gedaan hebben, is de power die dat natuurlijk materieel systeem heeft om intelligent leven te genereren, miskennen. Zo onrespectvol tegenover de natuur, terwijl materie zo mooi is!
Het heeft de basis gelegd voor mijn concept van respectvol landgebruik, maar ook doen inzien dat het echte debat moet gaan over de planetaire grenzen, overshoot datum, armoede, scholing en gelijke kansen voor vrouwen.”
“Onze Belgische stedenbouwkundige regelgeving is een Walibi voor advocaten.”

Leo Van Broeck / Rooftop ‘Albert’ in Brussel — Picture by Studio KATHAN
De Ingenieur architect
Hoe is je visie op de job en zijn verantwoordelijkheden geëvolueerd?
Leo — “Ik ben gestopt met de job omdat het niet leuk meer was. De regelgeving is een superpositie van 5-6 lagen rechtszekerheid: gewestplannen met BPA’s, ruimtelijk structuurplan met RUP’s, en Beleidsplan Ruimte Vlaanderen met Lokale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen. Het houdt niet op. Dan heb je eigenlijk een Walibi voor advocaten gecreëerd.
Een bouwaanvraag is tegenwoordig een juridisch steekspel geworden waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt. Toen ik in 1982 begon, duurde een bouwaanvraag ongeveer 1,5 jaar. Nu is dat in Vlaanderen, door het individualisme van de burger met zijn protesten, 5-6 jaar geworden. In Brussel loopt dat zelfs op tot 6-8 jaar. Telkens moet je tot 3 of 4 keer de bouwaanvraag aanpassen en herindienen.
Bovendien is het een slechte regelgeving vol contradicties waarbij elke gemeente nog eens een aparte wooncode kan schrijven met andere afmetingen en eigen parkeernormen. Knettergek.
Het is blijkbaar bon ton om de expertise van architecten niet te respecteren en er van uit te gaan dat ze gewoon medeplichtig zijn met ontwikkelaars die ook allemaal ten onrechte voor poenpakkers worden versleten.”
“Als overheid nu nog vrijstaande verkavelingen vergunnen, wetend hoeveel schade die aanrichten, is ronduit crimineel.”
Die perceptie leeft natuurlijk wel, van de megalomane projectontwikkelaars die vrije ruimte en natuur innemen.
Leo — “Dat idee leeft inderdaad bij de burger, maar het klopt niet. Wij moeten juist verdichten en dat is niet megalomaan. Ik ben felle tegenstander van uitgespreid wonen in Fermettegem, waar iedereen een dubbel abonnement heeft op de files omdat er zo’n grote behoefte aan verplaatsingen is.Want in je verkaveling zijn er geen woonondersteunende diensten, alle winkels, horeca, cultuur, school zijn elders en op verschillende locaties. Het aantal kilometers dat je ‘op den buiten’ aflegt met alle gezinsleden is zoveel groter, en de kans op verkeersdoden zoveel hoger dan in een stad. Om nog maar te zwijgen van het aantal echtscheidingen en burn-outs. Thuiszorg verplegers rijden zoveel kilometers meer en kunnen simpelweg niet meer die kwalitatieve zorg geven die onze mensen nodig hebben. Met als resultaat dat onze ouderenzorg eraan kapotgaat. Gewoon omdat we een stukje natuur willen vermoorden en een lelijke namaakboerderij willen neerzetten met kortgeschoren gras?
Waarom worden er door burgers nooit bezwaarschriften ingediend tegen de schadelijke verkavelingen? Als overheid nu nog vrijstaande verkavelingen vergunnen, wetend hoeveel schade die aanrichten, is ronduit crimineel.”
Dus een goede ingenieur architect met een langetermijnvisie zet in op verdichting?
Leo — “Ja, verdichten om te vergroenen. Wat betreft het verspreid bouwen zijn wij de slechtste in heel Europa. Niemand gebruikt zoveel aardoppervlakte per gezin als wij, niemand heeft zoveel kilometer weg per wooneenheid als wij, en niemand heeft zoveel dure infrastructuur per gezin als wij. Het aantal verkeersdoden is hoog, het aantal files per werknemer gigantisch, wij subsidiëren de files gewoon via salariswagens.”
En dat, wat u “het wangedrag van de burger en de politici” noemt, heeft ervoor gezorgd dat u heeft besloten te stoppen?
Leo — “Het is de burger enerzijds en het is de regelgeving anderzijds. De electorale angst bij de lokale politiek is groot en politici hebben de moed niet om burgers tegen te spreken. Burgerparticipatie vroeg in het proces is belangrijk, maar daarna moeten het de experts zijn die de beslissingen nemen. Inspraak zonder inzicht, leidt altijd tot uitspraken zonder uitzicht.
Burgers en vergunningevers overdrijven het belang van schaduwstudies. De uren schaduw die je meet in een 3-D model moeten steeds door 3 gedeeld worden, omdat in België de hemel 2/3e van de daguren bewolkt is. Mensen zijn zo van hun eigen gelijk overtuigd.”
Omdat mensen misschien niet juist onderlegd zijn?
Leo — “Ja, net zoals sommige lokale besturen en stedenbouwkundigen.”
“Soms wordt de densiteit van een project te hoog bevonden omdat het “het draagvlak van de buurt overschrijdt”. Maar dat wordt nooit met cijfers onderbouwd. Densiteit wordt weergegeven door de Vloer/Terrein index (V/T is de bruto oppervlakte van alle bouwlagen, gedeeld door het perceeloppervlak). In veel landen gebruiken ze hiervoor V/T-kaarten om projecten te beoordelen. In België heeft geen enkele gemeente die. Hoe kan je dan goed onderbouwde beslissingen nemen?”
“De electorale angst bij de lokale politiek is groot en politici hebben de moed niet om burgers tegen te spreken.”
Denken mensen misschien te veel op korte termijn?
Leo — “Ja, en enkel aan zichzelf. Oh wee als ze enkele minuten licht per dag zouden verliezen of inkijk zouden krijgen. Absurd. Privacy in een stad bestaat niet. Als je privacy wil bij die oude herenhuizen, met een straat van 12 meter tussen de voorgevels, doe dan je gordijnen toe. In steden kan je geen bouwaanvraag meer goedgekeurd krijgen zonder problemen met privacy, er is geen tolerantie.
Antropocentrisme is op korte termijn het probleem. Dat is alles opgebruiken en je nakomelingen de hel in sturen, terwijl een soort die voor zichzelf zorgt, eerst aan zijn nakomelingen denkt. Wij moeten leren denken op lange termijn, ook met ons politiek model. Neem nu Brussel, dat is een krabbenmand van 19 gemeenten, gebaseerd op oude tekeningen die niet meer overeenkomen met de huidige socioculturele structuren.”
De volgende 500 jaar wordt het hier heel lelijk, ik heb weinig hoop.

Leo Van Broeck / Rooftop ‘Albert’ in Brussel — Picture by Studio KATHAN
De Bouwmeester
Van 2016 tot 2020 was je de vierde Vlaams Bouwmeester, haalde je hier meer voldoening uit?
Leo — “Ja, dat was de tijd van mijn leven. Mijn opdracht was om het architecturale debat in de maatschappij aan te zwengelen en Ik heb mij heel hard gesmeten met mijn duurzaamheidsverhaal en filosofie van ruimtegebruik. Ik heb 266 lezingen gegeven op 4 jaar tijd, soms 2 per dag, ’s avonds en in de weekends, onbetaald.”
Beschouw je dan je persoonlijke objectieven als Bouwmeester geslaagd?
Leo — “Neen, dat niet. De politiek heeft bepaalde initiatieven nooit durven steunen. Achter de schermen misschien wel, maar onvoldoende voor het brede publiek.”
Over welke initiatieven of ideeën gaat het dan?
Leo — “Een echt doelstellingenbeleid, bijvoorbeeld over verdichting, mobiliteit en openbaar vervoer.
Het openbaar vervoer in België kan nooit opbrengen als 60% van de bevolking verspreid blijft wonen. Alle villa’s met een slechte Mobiscore zou je gewoon niet meer mogen renoveren, want dan zet je die mensen weer voor 50 jaar vast in de files.”
Wat moet er dan met die woningen gebeuren?
Leo — “Uitwonen. En al die verkavelingen moeten verdwijnen.
Je zou als overheid kunnen zeggen dat wie een niet vernieuwbare uitgewoonde verkavelingsvilla afbreelt en de grond terug aan de natuur geeft, krijgt gratis een nieuw bouwrecht in het centrum van een groot dorp of een stad. Wie dat doet zou bovendien ook kunnen genieten van een ‘salariswoning’. Bij wie naar een centrum verhuist en zijn salariswagen afstaat, mag de werkgever dan wat hij normaal zou betalen voor die wagen, even belastingaftrekbaar doorstorten als deel van de huur aan de huisbaas of deel van de hypotheekaflossing aan de bank.”
Hebben die ideeën echt gecirculeerd in de politiek?
Leo — “Het departement omgeving had een voorstel van verhandelbare bouwrechten klaar waar 3 jaar hard aan gewerkt was, maar de politiek heeft dat in één week in de vuilbak gekieperd.
Er was grote tegenstand van grondeigenaren die een schadevergoeding of compensatie wilden, en ook politiek en regelgeving volgden niet. Er is zeer weinig mentale flexibiliteit.”
Er is toch best wat veranderd op die 10 jaar tijd?
Leo — “Men is beginnen ontharden, en er was die betonstop die nu bouwshift heet. Het is van naam veranderd maar ook erg verwaterd.
Landbouw is dan wel de grootste slokop van ruimte, maar de tweede is alles wat met bouwen en wonen te maken heeft. Verkavelen is gewoon het antwoord op de verkeerde vraag.
Onze sector is voor meer verantwoordelijk dan we beseffen en als we niet nadenken zijn we gewoon de Titanic aan het herschilderen met ecologische verf met een elektrische motor er in, maar het schip verandert niet van koers en we knallen nog altijd tegen die ijsberg en we gaan er nog altijd allemaal aan.”
Die boodschap heeft dan weer wel geresoneerd bij het publiek.
Leo — “Ja, en zeker bij jongeren. Maar het lukt niet om de oude ideologische verhalen van de politieke partijen te herdefiniëren. Alle partijen moeten zich een beetje heruitvinden omdat de verkiezingen een ramp waren. Ze schuiven wel wat op, maar het is allemaal een beetje too Little too late.”
Valt dat terug te draaien?
Leo — “Ja.”
Hoe dan?
Leo — “Door de boodschap te blijven herhalen. Zo agressief mogelijk. Ook universiteiten zijn veel te braaf. Die publiceren doctoraten die staan te blinken op een schab tot iemand ze leest, maar dat doet geen kat. Dus als je weet wat er aan de hand is als academicus, doe dan uw klep open.”
De Inspirator
Wat zou je advies zijn aan nieuwe ingenieur architecten ?
Leo — “We hebben nood aan visionairen, mensen die niet enkel aan economisch gewin denken, maar ook aan winsituaties voor andere elementen. En visionair is vaak simpel. Kritisch en creatief. Denk maar aan Ecopower, daar zit geen tycoon achter, het is een burgercollectief. De coöperanten zijn zowel aandeelhouders als klanten en ze streven naar een gedecentraliseerd energiesysteem waar burgers actief bij betrokken zijn.
We hebben de hersenen niet meer om de basis voor een goede stad te zien. Onlangs werd een good practices boek voor publieke ruimte uitgegeven voor Brussel, vol ideologie en powerwoorden, maar zonder aandacht voor overdekte zitbanken… net nu door de klimaatverandering er meer zon en hittegolven èn meer regen zal zijn.
Op het Nieuw Zuid in Antwerpen staan hoge woontorens los in het groen, zonder onderdeel te zijn van een straatgevel. Het masterplan is nochtans ontworpen door zogenaamd goede architecten. Maar waar is de straat en de bompa op zijn stoel voor de deur? Waar zijn de voordeuren? De rijwoningen en de adressen?
Meng verschillende hoogtes zoals in New York en Buenos Aires : hoogbouw afgewisseld met laagbouw, dat is de toekomst.
Tenslotte zouden de erelonen van architecten moeten verdubbelen, het is niet voor niets dat zoveel architecten de job verlaten. Toch zal het altijd mensen blijven aantrekken : idealisme.”
“Je kan geen positivisme cultiveren zonder eerst pessimist te zijn. Noem het gerust constructief pessimisme.”
Idealisme alleen is natuurlijk niet genoeg voor verandering.
Leo — “Ook wetenschap kan onze GPS zijn, maar niemand luistert.
Neem nu onze C02-uitstoot. Het probleem is dat de overheid aan carbon tunnel vision lijdt: men is enkel bezig met directe emissies van gebouwen, bedrijven en voertuigen. Maar de indirecte emissies van productie en import van voedsel, goederen, diensten en transport is 80% van totale emissies. Waar is de sense of urgency? De klimaat- en natuur-doelstellingen zijn niet krachtig genoeg en worden nadien niet eens gehaald.”
Hoe zouden we die toch nog onder controle kunnen krijgen ?
Leo — “Moeilijk. De beurs is baas van ons landgebruik. 2/3 van alle landbouwgrond is voor het verbouwen van gewassen voor vee. Waarom moeten we varkensvlees uitvoeren naar Vietnam en goedkope plofkippen naar Madagascar sturen, waardoor de pluimvee-boeren daar failliet gaan? Omdat de beurs beslist dat het interessanter is om goedkope kippen uit te voeren. Ons aantal is te groot, ons marktmodel is extractief.”
Dus een oplossing moet toch top-down komen?
Leo — “Het is nu eenmaal het huidige marktmodel dat de expert niets meer te zeggen heeft. Ideaal is een kennisgestuurde democratie waarbij de overheid zou moeten luisteren naar kennis en wetenschap.”
Wat kan je als consument zelf doen?
“Harder opkomen tegen te weinig politieke moed. Minder vlees eten.”
Nu je officieel op pensioen bent, hoe blijf je up to date in een werkveld dat zo snel evolueert?
Leo — “Lezen, volgen, denken.
Veel van mijn energie komt uit pessimisme. Het gaat erg slecht, maar we blijven toch gaan.”
Dat heet dan toch positivisme?
Leo — “Je kan geen positivisme cultiveren zonder eerst pessimist te zijn. Noem het gerust constructief pessimisme.”
Leo & LIFE
Voor LIFE werkte je mee aan twee projecten : Calevoet en U-Residence. Hoe heb je die samenwerking ervaren?
Leo — “Die samenwerking verliep heel goed, Toon is ook oud student van mij, dus het zaadje was al geplant. LIFE is innoverend genoeg om in te zetten op verdichten om te vergroenen en projecten op te starten op goede stedelijke locaties met goede Mobiscore. (Het heeft nog altijd een verdien model maar dat is niet verkeerd, de bouwsector is nu eenmaal de grootste werkgever van het land.)
In beide projecten hebben we veel vertragingen opgelopen door onwil van de buurt en electorale angst van politiek.
Bij U-Residence was er veel rompslomp door trage administratie, maar het is een heel goed project. We hebben daar heel sterk ingezet op een inkom voor de VUB campus, voor de hele buurt toegankelijk.
Ook bij Calevoet was het ontwerp dat van een rustige en groene woonwijk, met ruimte voor mens en natuur. Het buurtprotest was ten onrechte. Daar zijn we zelfs gewestelijk moeten gaan met onze plannen, en die heeft uiteindelijk de gemeente overruled. We hebben nog wat moeten aanpassen en het is een klein beetje minder goed dan we initieel hadden voorzien, maar de grote lijnen zijn gered.”

Project U-Residence / Brussel

Project Archipel / Uccle, Belgium
Hoe houd je zo’n projecten dan betaalbaar?
Leo — “Niet, en de overheid heeft hier heel veel schuld aan.
Als we kijken naar sociale woningen, lopen we in België hopeloos achter. In België hebben we 5% sociale woning, in Parijs 23%, Wenen 45%, Singapore 85%. In Wenen zit bijvoorbeeld ook de lagere middenklasse in die sociale woningen, en die trekken vervolgens de hele buurt mee. Maar 45% sociale woningen, dat kan je niet als overheid alleen, dat moet samen met de private sector.”
Als we alles zo nog eens overschouwen, welke rol heb je dan uiteindelijk het liefste opgenomen? Die van ontwerper, inspirator, lesgever?
Leo — “Ik heb daar weinig onderscheid in gemaakt. Het is allemaal 1 ding.
Lesgeven vond ik belangrijk omdat ik nieuwe architecten kon opleiden en nieuwe lijnen kon uitzetten in de faculteit, ookal was ik gastdocent. Zo is het begrip van ruimtelijk rendement steeds belangrijker geworden. 10 jaar geleden vond iedereen dat raar, en nu zit dat in de opleiding. De natuur is ook een klant.”

Leo Van Broeck / Rooftop ‘Albert’ in Brussel — Picture by Studio KATHAN
Nog een laatste vraag, mocht je een ongelimiteerd budget ter beschikking hebben voor een eigen project, wat zou het zijn?
Leo — “Een nieuw masterplan voor België. En een good practice boek voor stedenbouwkundigen. Centraliteiten waar de economie mee aan vast hangt. Ik zou er zelfs in investeren!”
Bedankt Leo!